Hoofdzaken
Hoofdstuk 4
- Kansveranderlijke en verdelingsfunctie: (pag. 50-53)
- Kansvariabele = stochastische variabele (pag. 50-51)
- X = de functie die elke gebeurtenis afbeeldt op een reëel getal
- x = een reëel getal dat als
functiewaarde van de kansveranderlijke kan optreden.
- X = x lees je als: de kansveranderlijke X neemt als
waarde het reëel getal x
aan.
- Kans: De kans dat X = x , = de kans dat de gebeurtenissen optreden waarvoor de
kansvariabele als functiewaarde x heeft. (pag. 52)
- (Cumulatieve) verdelingsfunctie (pag. 53)
- Notatie:
- Definitie: is de waarde
die voor elk reëel getal x de kans aangeeft dat de veranderlijke
X een waarde aanneemt die niet groter is dan dit getal x.
In formulevorm:
- Discrete versus continue
kansveranderlijke (pag. 54-58)
- Onderscheid tussen beide, kansfunctie
versus kansdichtheid: overzicht
- Kenmerken van populatieverdelingen. (pag. 58-66)
De belangrijkste kenmerken zijn:
- Verwachtingswaarde
- Variantie en standaardafwijking
- Kwantielen, mediaan, kwartielen
- Modus
- Scheefheid
- Kurtosis
Hier vind je een overzicht van deze kenmerken voor discrete versus
continue verdelingen.
Hier vind je een uitgewerkt voorbeeld van een discrete
veranderlijke, en van een continue veranderlijke.